Bij trombose wordt er een bloedstolsel of bloedprop gevormd in een bloedvat. Hierdoor raakt het bloedvat verstopt.

Stukjes van dit stolsel kunnen elders in het lichaam vastlopen. Dit heet dan een embolie. Een bloedstolsel kan ontstaan in een ader, dit heet veneuze trombose of diep veneuze trombose.
Een bloedstolsel kan ook in een slagader ontstaan, dit heet arteriële trombose.

Bij kinderen komt veneuze trombose veel vaker voor dan arteriële trombose. In Nederland krijgen ongeveer 350 baby’s en kinderen per jaar veneuze trombose. Veneuze trombose komt vooral voor bij baby’s en tieners.