Er bestaan verschillende technieken om trombose op te sporen. Welke techniek wordt gebruikt is afhankelijk van de plaats waar het bloedstolsel zich bevindt.
Echografie
Echografie is een eenvoudig, pijnloos onderzoek met geluidsgolven. Dit onderzoek kan gebruikt worden bij bloedstolsels in de aderen van been, arm, nek, of buik.
CT-scan
Een bloedstolsel in de longen, hoofd of buik kan zichtbaar gemaakt worden met een CT-scan. Met de CT-scan maakt de arts een soort 3D-foto. Dit gebeurt met röntgenstralen. Bij dit onderzoek wordt er via een naaldje contrastvloeistof in een bloedvat van de hand gespoten om de bloedvaten goed zichtbaar te maken.
MRI scan
Een sinustrombose kan ook zichtbaar gemaakt worden met een MRI-scan. Een MRI werkt met radiogolven en een sterke magneet. Met de radiogolven en een sterke magneet worden signalen in uw lichaam opgewekt. De computer vangt de signalen op en verandert ze in beelden. Bij dit onderzoek wordt ook contrast vloeistof gebruikt om de bloedvaten zichtbaar te maken.
Bloedonderzoek
Er wordt bloed afgenomen om te onderzoeken of de nieren en lever goed werken. Dit is belangrijk voordat men start met de behandeling van trombose. Ook wordt er bij de meeste kinderen bloed afgenomen om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van een erfelijke stollingsafwijking.